In de diepten van een labyrintische ruïne komt een jong meisje genaamd Mion op uit een diepe slaap. Verdwaald, alleen en zonder zich te herinneren hoe ze hier terecht is gekomen of waar haar ouders zijn, wordt ze begroet door twee vuurvliegjes: de ene bestaat volledig uit licht en de andere schuilt tussen de schaduwen